Voeding voor stages

 
ABC- huis te Brussel (ART BASICS for CHILDREN)
 

Samen met de klas (3LKO) zijn we naar het ABC- huis gegaan in Brussel. Dit is mijn verslag van deze toffe dag:

Wat verwacht ik?

Ik verwacht dat we veel opdrachten gaan krijgen in het ABC- huis zoals vorig jaar. Ik verwachtte ook dat we samen met de klas iets zouden doen of in twee groepjes. Ik herinner me nog dat we thee, koffie en koekjes kregen en alles ontspannen begon. Er was ook een toffe sfeer tussen de groep, de begeleiders en de lectoren. Ook het werken met echte materialen is standaard in het ABC- huis.

Wat weet ik nu?

Je kan in het ABC huis veel informatie verzamelen voor je stage. Ook kan je boeken en dergelijke uitlenen en zelfs kopen. Je moet wel alvorens een afspraak maken zodat ze u optimaal kunnen begeleiden. Als je echt individuele begeleiding (gesprek,...) nodig hebt kan dit ook.
Abc kan jouw ook helpen om een thema te kiezen en uit te werken voor in de kleuterklas. Ze hebben een andere visie en geven veel ideeën.
Het ABC werkt rond thema’s en nu is dat ‘De Renaissance’ dat was duidelijk merkbaar tijdens de opdrachten.

Wat wil ik nog weten/leren?

Ik weet nu eigenlijk al heel veel door deze dag. Ik ging naar ABC met de gedachte dat we gewoon opdrachten gingen doen ter inspiratie van de stages maar ik heb zelfs een thema gekozen voor de eindwerkstage. De begeleiders zijn creatieve mensen en kennen het ABC- huis vanbinnen en vanbuiten. Natuurlijk heb ik enkele ideeën opgedaan door te brainstormen rond de boeken van ABC maar ik ga zeker eens terug om verdere informatie te verzamelen.

Hieronder kan u enkele foto's bekijken van deze leuke dag!

 

 

Bij deze foto mochten we een prent integreren met andere prenten en zo kan je een verhaal maken. Met de prenten van iedereen maakten we een kamishibai verhaal.
 
 


Hieronder bekeken we wat je allemaal kan doen met voedsel.




 
Hier mochten we een persoon uitkiezen en daarbij iets vertellen dat bij ons opkwam.


Dan ben ik deze dozen tegen het lijf gekomen. Alles staat gestructureerd opgeborgen in neutrale bruine kartonnen dozen. Ik kon zien aan de buitenkant wat erin stak door een etiket. Het waren allemaal geluiden die je kan nadoen met een of ander materiaal. Kijk maar naar de foto's.


 
Dit waren voor mij hele interessante boeken. Je kan echt veel doen met geluiden en klanken, het is zo ruim! Ik kreeg een explosie van ideeën.

 
Hier nog even wat sfeerfoto's... Het was een leuke dag in het ABC- huis.

Tot binnenkort!

 
 

 
LABO
 
Labo dag 1: kennismaking
 
Beleving van de voormiddag

 

Wij wisten vooraf niet wat we moesten verwachten. Maar we waren wel allemaal enthousiast en nieuwsgierig naar wat we gingen beleven. Dit kwam omdat er mysterieus werd gedaan over het hele geheel.

 

Toen we toekwamen in het eerste station kregen we al een beter beeld van wat dit mysterieuze labo nu is. We waren wel nog wat geremd in het onderzoeken van de materialen. We zijn dan aan de slag gegaan met iets dat ons inspireerde. Na een tijdje kregen we een prikkel. Dit inspireerde ons om verder te werken met de materialen. Toen we in de tweede hoek kwamen, gingen we al veel minder geremd om met de materialen. Na elk station maakte de lectoren ons bewust van de doelstelling waaraan we hadden gewerkt. Op deze manier merkte je wel op dat de materialen, doelbewust waren gekozen.

 

Het was leuk om op deze manier de materialen te ontdekken. Want je kon zonder enige afremming beginnen te experimenteren. Je ontdekt dat het niet altijd nodig is om de kinderen te zeggen wat ze moeten doen. Want dit kan hun enthousiasme maar vooral hun fantasie en ontdekkingstocht afremmen. Maar het was wel een apart gevoel om zo gedocumenteerd te worden. Je voelde je wel een beetje bekeken.

 

Onderzoek materialen

 

-          Hoe verliep dit onderzoek

o   We zijn even gaan kijken welke materialen er waren binnen het station. Maar wanneer we een materiaal hadden ontdekt dat ons inspireerde, dan gingen we meteen over tot actie. We zijn dan wat opgesplitst in groepen. Lysa ging bijvoorbeeld alleen een rammelaar maken. Elien, Alexandra en ik, hebben een mikado gemaakt. Manon heeft een soort hutje gemaakt.

o   De lectoren hebben eerst vanop afstand gedocumenteerd en geobserveerd. Na een tijdje heeft mevrouw De Wagter een aantal foto’s laten bekijken. Hierdoor werden we weer verder geïnspireerd.

 


Onderzoek van de verschillende stations

 

-          Techniek en beeld station

o   Beschrijf de aard van het materiaal:

§  Karton à knutselmateriaal

§  Bamboe stokken àknutselmateriaal

§  Verschillende soorten tape à bindingsmateriaal

§  Scharen à knipmateriaal

§  Dozen à knutselmateriaal

§  Knikkers à knutselmateriaal

§  Metalen dozen à knutselmateriaal

§  Gekleurde plastieke buizen

§  Rekkers à bindingsmateriaal

§  Touw à bindingsmateriaal

§ 

o   Waaraan doet dit materiaal je denken

§  Manon kreeg het idee van Afrika bij het zien van de bamboe stokken

§  Elien kreeg het idee, bij de dozen om te verhuizen

§  Metalen doosje dacht Lysa aan muziek maken

§  Alexandra zag de bamboe stokken en dacht meteen aan mikado

o   Wat heeft het materiaal met elkaar te maken

§  Je kan er mee bouwen

§  Je kan er mee knutselen

§  Het is allemaal kosteloos materiaal

§  Je kan met sommige materialen muziek maken

§  Je kan de materialen aan elkaar vast plakken

o   Wat zou je met dit materiaal allemaal graag willen doen

§  Een rammelaar maken

§  Een hutje maken

§  Mikado maken

§  Een robot maken

§  Een raket maken

§  Een bus maken

§  Een toren bouwen

§  Een soort hutje maken met de bamboe

§ 

o   Hoe zouden de kinderen dit behandelen?

§  Bouwen

§  Erin kruipen

§  Knutselen

§  Muziek maken

§  Verschillende afstanden vergelijken

§  Bespreken wat ze hebben gemaakt

§  Alles sorteren

§ 

-          Bewegingsstation

o   Beschrijf de aard van het materiaal

§  Filmpjes van voeten die bewegen à inspirerend materiaal

§  Foto’s met een bewegend beeld à inspirerend materiaal

§  Muziek met een gevoel à inspirerend materiaal

o   Waaraan doet dit materiaal je denken

§  De muziek deed Elien denken aan triestige situaties. Het zette haar niet aan tot dansen

§  Alexandra dacht aan haar voetenfobie bij het zien van de filmpjes

§  Katleen dacht aan een verhaal bij het zien van de prenten

§  Elien zag een wortel in een van de foto’s

§  Manon dacht dat de muziek gelinkt werd aan de filmpjes. Ze vroeg haar ook af waarom er maar een foto zat per foto album

§  Lysa zocht een betekenis achter elke foto die ze zag.

o   Wat heeft het materiaal met elkaar te maken

§  Het lokt allemaal een gesprek uit

§  Het lokt fantasie uit

§  Sommige beelden lokte beweging uit

§  De materialen lokte gevoelens uit

o   Wat zou je met dit materiaal allemaal graag willen doen?

§  De materialen bekijken

§  Bewegen

§  De muziek luider zetten

§  Zelf een filmpje maken

§  De foto’s in een verhaalvorm zetten

§ 

o   Hoe zouden kinderen dit behandelen.

§  Bewegen zoals op de foto’s

§  Luisteren en analyseren van de muziek

§  Filmpjes maken

§  Vertellen van zijn gevoelens

§  De ritmes overnemen

§ 

-          Licht en donker hoek

o   Beschrijf de aard van het materiaal

§  Verschillende glazen potten à om iets in te leggen

§  Zaklampen à schijnmateriaal

§  Spiegels à weerspiegelmateriaal

§  Vergrootglazen à vergrootmateriaal

§  Keukengerei à kookmateriaal

§  Theelichthouders à om iets in te leggen

§  Periscoop à kijkmateriaal

§  Kast à opbergmateriaal

§  Verf à knutselmateriaal

§  Papier à knutselmateriaal

§  mozaïek spiegel à weerspiegelmateriaal

§  penselen à knutselmateriaal

§ 

o   Waaraan doet dit materiaal je denken

§  Elien dacht meteen aan rare schaduwen en spoken.

§  Lysa had de doos open gedaan en vond het maar een beetje vreemd materiaal. Ze dacht meteen, waar zijn de zaklampen.

§  Manon dacht aan weerkaatsingen bij het zien van de materialen

o   Wat heeft het materiaal met elkaar te maken?

§  Het is allemaal weerspiegel materiaal

§  Je kan er mee schijnen

§  Je kan er schaduwen mee maken

§ 

o   Wat zou je met dit materiaal allemaal willen doen

§  Verven

§  Weerspiegelen

§  Afdrukken

§  Kleuren maken

§  Lichteffecten maken

§  Schaduwen maken

§  Vormen maken

§ 

o   Hoe zouden de kinderen dit behandelen

§  Weerspiegelen,

§  Afdrukken

§  Voorzichtig en geconcentreerd te werk gaan

§  Bespreken van wat ze zien

§  Fantasie gebruiken

§ 

-          Muziek hoek

o   Beschrijf de aard van het materiaal

§  Metalen dozen à opbergmateriaal

§  Glazen flessen à opvul baar materiaal

§  Okkernoten à eetmateriaal

§  Houten stokken à kosteloos materiaal

§  Blokken à bouwmateriaal

§  Linzen à eetmateriaal

§  Pasta à eetmateriaal

§  Dobbelstenen à speelmateriaal

§  Pictogrammen à verduidelijk materiaal

§  Piepschuim à opvulmateriaal

§  Touw --< bindmateriaal

§  Plakband à bindmateriaal

§  Kokers à kosteloos materiaal

§ 

o   Waaraan doet dit materiaal je denken

§  Elien dacht meteen aan trommelen op de verschillende materialen. Ook is ze beginnen te bouwen met de metalen dozen.

§  Lysa dacht meteen aan muziek maken met de verschillende materialen

§  Katleen dacht bij het zien van de flessen, aan muziek maken en is deze beginnen op te vullen

§  Alexandra dacht aan het zingen in de koker.

§  Manon dacht aan muziek maken en is begonnen met het maken van een regenkoker.

o   Wat heeft het materiaal met elkaar te maken

§  Het lokt geluid uit

§  Het kosteloos materiaal

§  Ze kunnen met elkaar verbonden worden

§  Je kan een verhaal maken met de pictogrammen

§  Muziek maken aan de hand van de pictogrammen

o   Wat zou je met dit materiaal allemaal graag willen doen

§  Bouwen

§  Muziek instrumenten maken

§  Regenkoker maken

§  Muziek maken met de flessen

§  Rammelen

§  De bouwstenen klappen

§  De kokers gebruiken als megafoon

§ 

o   Hoe zouden de kinderen dit behandelen

§  Muziek maken

§  Bouwen

§  De bouwstenen klappen

§  Vertellen wat ze aan het doen zijn

§  Geluiden maken

§  Opvullen van de kokers

§  ….

Station waarvoor we verantwoordelijk zijn: bewegingsstation

-          Geef de doelstelling

o   (1) Mv beweging: lichaam – impressie; nemen precies en gedetailleerd waar

o   (2) Mv beweging: lichaam kunnen imiteren, meedoen met bewegingen die tijdens het vertellen van een verhaal aan bod komen en belangstellingen tonen om een beweging inspirerend gegeven nauwkeurig na te bootsen.

o   (3) Wo nat: relaties ontdekken – kunnen relaties leggen tussen eigenschappen en levende wezen

o   (4) Taal: verwoorden achteraf hun handelingen, situaties in beeldtaal begrijpen, interpreteren en verwoorden.

-          Heb je de doelstellig gerealiseerd? Zo ja? Zo nee?

o   Ja:  we hebben aan doel 1 en 4 gewerkt. Doel 1 hebben we gedaan door te kijken naar de filmen en de foto’s. Bij doel 4 hebben we verschillende gesprekken gevoerd over de filmen en de foto’s.

o   Neen: doel 2 en 3 hebben we niet bereikt. Want we hebben niet bewogen en geïmiteerd. Ook hebben we geen relatie gelegd tussen de eigenschappen en levende wezens. Deze doelen hadden we misschien wel bereikt als de stoelen er niet stonden. Ook had een video die ons filmde misschien geholpen. Tot slot had de muziek die aanwezig was, misschien wat luider mogen staan. Dit had ons uitgenodigd om te bewegen.

 






Taakverdeling


 
-          Katleen: heeft het verslag uitgeschreven

-          Manon: opgeruimd en meegewerkt aan het verslag

-          Elien: opgeruimd en meegewerkt aan het verslag

-          Alexandra: opgeruimd en meegewerkt aan het verslag

-          Lysa: opgeruimd en meegewerkt aan het verslag

Deel 2



 

1.      Specifieke doelen station (1kk3 kk)

o   (1) Mv beweging: lichaam – impressie; nemen precies en gedetailleerd waar: kleuters kunnen de filmen met de voeten gedetailleerd waarnemen. Kleuters kunnen de bewegingen van de voeten op de film gedetailleerd waarnemen.

o   (2) Mv beweging: lichaam kunnen imiteren, meedoen met bewegingen die tijdens het vertellen van een verhaal aan bod komen en belangstellingen tonen om een beweging inspirerend gegeven nauwkeurig na te bootsen. Kleuters kunnen na het bekijken van de filmen, op hun eigen manier bewegen. Kleuters kunnen na het bekijken van de filmen, de bewegingen imiteren en nauwkeurig na bootsen.

o   (3) Wo nat: relaties ontdekken – kunnen relaties leggen tussen eigenschappen en levende wezens ontdekken Kleuters kunnen beseffen dat voeten op verschillende manieren kunnen bewegen.  Kleuters kunnen beseffen dat voeten verschillend zijn, dat ze verschillende functies hebben en dat ze verschillende bewegingen kunnen uitvoeren.

o   (4) Taal: verwoorden achteraf hun handelingen, situaties in beeldtaal begrijpen, interpreteren en verwoorden. Kleuters kunnen verwoorden, wat ze gedaan hebben met hun voeten. Kleuters kunnen hun eigen ervaringen verwoorden en delen met elkaar.
 

2.     Materialen

-          Behouden

o   De filmpjes

o   De prenten

o   fotoalbum

-          Weglaten

o   De muziek

-          Toevoegen

o   Eigen filmpjes

o   Eigen muziek

o   Camera

o   Projectie

o   Voelplaten

o   Bakken met zand en water

o   Luidsprekers

o   Boeken rond voeten (zowel voor volwassenen als voor kinderen)

o   Houtskool

o   Papier

o   Handdoeken

 

3.     Abc concept

-          De echte materialen die we gaan toevoegen

-          De bakken passen esthetisch in het idee van ABC. Daarnaast zijn ze gevuld met water en zand. Deze zijn ook gevarieerd.

-          De filmpjes zijn duurzaam en toegankelijk voor alle leeftijden. De beelden zijn rustgevend.

-          De muziek is rustgevend en past bij de filmpjes

-          De foto’s zijn rustgevend en passen bij de filmpjes en de muziek.

 

4.     Eigenheid kinderen

-          Muzisch kind: door de muziek dat er wordt aangeboden, zal het kind zich goed voelen.

-          Jong kind: het hoort bij zijn eigen leefwereld, want het kind is bezig met zijn eigen voeten.

-          Ouder kind: het is binnen zijn leefwereld, want enerzijds is hij bezig met zijn eigen voeten, maar anderzijds kan hij ook de verschillende voeten vergelijken. Ook voegen we een camera toe, waardoor ze hun eigen voeten kunnen zien op een computer.

-          Talig kind: hij voelt zich goed omdat hij kan verwoorden wat er allemaal gebeurd.

-          Wiskundig kind: hij voelt zich goed omdat hij de voeten kan vergelijken met elkaar en verschillen kan zoeken. Daarnaast kan hij ook het ritme tussen de voeten ontdekken.

-          Bewegend kind: hij zal zich goed voelen want hij kan bewegen op zijn eigen manier.

-          Verhalend kind: kan een verhaal zoeken in het filmpje en de foto’s.

-          Luidruchtig kind: hij kan zijn eigen energie uiten door te bewegen.

-          Stil kind: hij zal zich goed voelen omdat hij eerst rustig kan opnemen wat hij ziet.

 

5.     Inrichting

-          In het midden van het ABC-bol lokaal zullen wij filmen projecteren op het SMART board. Onder het scherm ontdekken de kinderen een bak met voelplaten. Ook zullen er foto’s te vinden zijn. Deze zijn opgeborgen in een box. Links achteraan komt er ook een rustig experimenteer hoekje. Hier zullen de kleuters spiegels en bakken met verschillende materialen ontdekken. Bij de oudere kleuters zal er een scherm te ontdekken zijn waar ze hun eigen voeten kunnen zien; dit wordt gefilmd met een camera.
 

6.     Achtergrondinformatie
 
Voet (anatomie)
De voet is het lichaamsdeel waarop men staat en dat gebruikt wordt voor de voortbeweging. De voet is het naar voren gerichte uiteinde (onder de enkel) van het been (bij mensen) of de achterpoot (bij sommige dieren).
 
Mens
De menselijke voet bestaat uit 26 afzonderlijke
beenderen, 33 gewrichten, 107 ligamenten en 19 spieren en pezen waarmee de bijzonder ingewikkelde bewegingen gemaakt worden om te kunnen lopen. De menselijke voet valt te verdelen in drie gebieden:

  • de voorvoet bestaat uit 5 middenvoetsbeenderen en de tenen;
  • de middenvoet bestaat uit vijf (of meer) voetwortelbeenderen;
  • de achtervoet is draaipunt van de enkel en bestaat uit de twee grootste voetwortelbeenderen: het sprongbeen en het hielbeen.

Wanneer de grote teen de langste teen is wordt gesproken van Egyptische voet. Dit komt voor bij ongeveer 60% van de mensen. Bij 10% van de mensen is de tweede teen de langste teen, de zogenoemde Griekse voet. Al naar gelang de rechter- of linkervoet (en -been) bij voorkeur wordt gebruikt, spreekt men van rechts- of linksvoetigheid

De mens is het enige zoogdier dat permanent op twee voeten staat. Dit maakt de handen vrij voor andere functies dan voortbeweging. Schoeisel beschermt en ondersteunt de voet.

Als bij lichaamstaal gekeken wordt naar de betekenis van lichaamshouding, hebben de voeten ook een grote rol. De voeten zorgen voor stabiliteit en bepalen letterlijk hoe stevig we in onze schoenen staan.

Voetbehandeling
Het medische specialisme dat zich bezighoudt met het
bewegingsapparaat waaronder de voet, is de orthopedie. Daarnaast worden voetklachten behandeld door podotherapeuten (Nederland) of podologen (België). Bij neurologisch onderzoek van de voet wordt gebruikgemaakt van de reflex van de voetzool.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Voet_(anatomie)

Mogelijke boeken
 
-          Kiekeboe ogen, neus, tenen - Dawn Sirett

-          Stoute voetjes - Ann Bonwill

-          Informatieve boeken

Labo dag 2 en 3: feedback
 

Feedback van onze hoek door Mevrouw Geirlandt


Bij de bakken:
-met de bakken een patroon maken dat aanleidt tot bewegen
-bij de bakken een prent van een voet hangen
-warm water/ koud water
-zeep
-Iets in het water leggen dat ze kunnen onderduwen
-een boekje lezen en ondertussen hun voetjes in een zandbakje of waterbadje laten rusten
-Maar twee soorten bakken?

Bij de filmpjes:
-stiften meebrengen om figuren op voeten te tekenen
-ruimte met houtskool vol papier leggen


Andere tips:
-bloemetjes meebrengen voor tussen de tenen (zie foto’s computer)
-Foto’s van de computer afprinten en plakken op de grond en muren
-doos met spiegels
-voorwerpen opnemen met de voeten.
-rekening houden met de verschillende leeftijden-met voeten in het zand iets tekenen-eigen voet bekijken met spiegels
-een voet wat betekent dat voor ons? Waarom hebben we voeten? Waarvoor gebruiken we onze voeten?-voethygiëne (lotion, wassen, verzorgen,…)
-woorden rond voeten (koevoet, voedsel, voetbalschoen, voetbad, voetganger, voetpad, voetspoor, voetzool, voetschimmel, voetstuk, voetnoot, voettocht,…)
 
Labo dag  4: reflectie na bezoek van kls
 

1.     Bekijk in groep de filmpjes en notities gemaakt tijdens het spel van de kleuters. Maak extra notities bij wat je ziet, hoort, voelt, denkt,…

Uitspraken van de kinderen
1ste KK:
·         “Ooh das koud bij het uitkleden”. (hier deden de kinderen hun schoenen uit)
·         “Zand hij gedaan.” (Dit kind gaf direct aan dat een van zijn mede vriendjes zand had gemorst)
·         Een kindje springt op de voelplaten en kijk verbaast op als een van de voelplaten een plof geluid maakt. (dit is niet echt een uitspraak maar de reactie van het kind was wel tof. De eerste kleuterklas heeft niet veel gezegd)
·         De kinderen deden van zelf hun broek naar omhoog als ze in het water ging met hun voeten. (ook hier dit is niet echt een reactie maar de kinderen beseffen wat er moeten doen)
3de KK:
·         “Dat kriebelt” (dit zei een kleuters als ze met haar voeten in de verschillende bakjes zaten)
·         “Dat doet pijn” (dit zei een kleuters als ze ook met haar voeten in de verschillende bakjes zaten)
·         “Dat is koud” (dit is als een van de kleuters in de voetbadjes ging)
·         “Dat is zwart” (dit heeft een kleuter gezegd als ze met zijn voeten in de houtskool ging en op het papier ging afdrukken maken)
·         “Het water is zwart”( dit zei een kleuters als hij zag dat het water zwart werd als de andere kleuters met hun vuile voeten in het water gingen.
Zien
Wat hebben we allemaal gemerkt en gezien. De kleuters van de 1ste kleuterklas keken verbaast naar ons om te vragen wat ze eigenlijk moesten doen, ze hadden hulp nodig om te kunnen beginnen. De kleuters waren vrij stil en verlegen en durfden niet veel te doen, ook als we een vraag stelde antwoorden de kleuters moeizaam met ja of nee. Pas de laatste 10 minuten zijn ze los gekomen en zijn ze beginnen spelen met het materiaal. We hebben ook gezien dat de kleuters het niet zo zeer hadden voor zwarte (vuile) dingen. Ze speelden er helemaal niet mee, zelfs niet om te experimenteren.
De 3de kleuterklas kwam binnen en ze gaven meteen het gevoel dat ze het lokaal en ons al heel goed kenden. Ze stonden open voor nieuwe dingen en waren zeer geboeid door al de verschillende materialen. De kinderen waren zeker niet verlegen.  De kleuters hadden de voelplaten (prikkel) niet nodig, want ze waren geboeid genoeg door de andere materialen.  
We hebben wel gemerkt wat er niet aansprak bij de 1ste kleuterklas dat het wel aansprak bij de 3de kleuterklas en omgekeerd.
Voelen
Bij de 1ste kleuterklas dachten we “oei dit komt niet goed”, de kinderen deden niks en we moesten enkele zaken voordoen en meedoen met hen, maar hoe meer de tijd voorbij ging, hoe beter het ging. De kinderen kwamen meer en meer tot ontdekking en spel en gingen zich ook beter voelen in de onbekende ruimte en met de aangeboden materialen.
Bij de 3de kleuterklas waren het precies losgelaten dieren. Ze hebben heel veel ontdekt en geëxperimenteerd. Het gevoel dat ze ons gaven was dat ze het heel leuk vonden want ze waren heel actief bezig. 
Denken
We dachten in het begin dat de kinderen meer met hun handen gingen experimenteren, maar ze hadden direct door dat ze in deze hoek met hun voeten aan de slag moesten. Bij de eerste kleuterklas hebben we  ook vergroot glazen aangeboden (prikkel) en hierdoor dachten we even dat ze afgeleid gingen zijn van hun voeten en niet meer met hun voeten zouden bezig zijn. Maar dat was niet het geval, de kinderen deden het heel goed.

2.     Het spel van de kinderen.

1ste KK: Er was een leidinggevend kind het meisje deed alles voor en de andere kinderen deden haar gewoon na. Wat later gingen de andere kinderen zelfstandig spelen.  Het meisje had niet zo veel bang als de andere kinderen. De 2 andere kleuters waren in het begin heel verlegen. De twee jongens waren zeer afwachtend en keken wat het meisje en de andere jongen ging doen. Er is nadien nog een jongen bij gekomen, deze ging heel ontdekkend aan de slag. 
3de KK: Er was een kindje bij dat heel experimenterend was. Ze vond de materialen zeer boeiend. Er was dan een ander meisje en die volgde het ene meisje de hele tijd. Ze deed ze na maar ze deed wel heel  goed mee met de materialen. De 3 jongens waren heel hevig en waren het precies niet zo gewend om zo vrij of los te laten geworden. Ze waren heel bewegelijk en energiek.
Hoe gaan ze om met het materiaal?
1ste KK:  De kleuters gingen eerst heel angstig  om met de verschillende materialen, later zijn ze beginnen experimenteren. De 1ste kleuterklas vonden de materialen zoals de houtskool en de aarde niet zo leuk, ze gingen heel onwennig om met deze beide materialen. De boeken hebben de kinderen niet echt bekeken. De filmpjes hebben ze eventjes naar gekeken maar niet lang.
3de KK: De kleuters gingen heel zorgzaam met de materialen om. De jongens hadden een kom laten omvallen en ze gingen het spontaan opruimen. Ze vonden het zelfs erg dat ze het hadden omgestoten. Ze speelden heel graag met het houtskool en keken veel in de boeken.  Er is minder met de spiegels gespeeld dan verwacht, in de spiegel moesten ze hun voeten bekijken en ontdekken.

3.     De begeleiders

1ste KK en 3de KK:
De meeste gezegde instructie is “ ga maar eens rond kijken wat je kan doen”, “doe maar wat je wil”. Het was de kleuters laten experimenteren. Ze vroegen soms ook wel eens “wat moeten we doen?” Bij de 1ste kleuterklas hebben we veel moeten begeleiden, de kleuters wisten echt niet goed wat ze moesten doen. En als we mee deden met hen gingen ze ook mee doen. Bij een 3de deden ze veel zelfstandig.
Begeleider Lysa: In het begin had ik het moeilijk, ik wou aan de kinderen uitleggen wat ze allemaal moesten doen. Maar dat mocht natuurlijk niet, in de plaats daarvan heb ik gewoon meegedaan. Ook heb ik soms dingen aangebracht dat de kinderen dan nadeden. Want het was ook een 1ste KK en die hadden nog al moeilijk om te beginnen. Daarna kwamen ze meer tot spel (experimenteren), de kinderen waren al minder verlegen en durfde ook wat meer. Ze amuseerde zich heel goed en er waren geen instructies meer nodig.
Begeleider Manon:
Moeizaam:
Ik had het moeilijk om eraan te beginnen want ik kende de kleuters helemaal niet en wist niet waaraan ik me kon verwachten. Ik begreep in het begin de bedoeling ook niet zo goed, kleuters loslaten, laten ontdekken en experimenteren zonder zelf al teveel te sturen, dit zijn we minder gewend.
Het was sterker dan mezelf om niet te sturen, aangezien ik als begeleider wist wat de bedoeling was en de kls niet waardoor ik meer de neiging had om te sturen zodat ze het in de goede richting deden.

Gemakkelijk
De kleuters loslaten ging gemakkelijk, het sturen ging in het begin moeizaam maar na dat ik er mezelf bewust van was, hield ik mezelf in en ging het beter.
Het is voor jou als juf ook een opdracht om te leren om jezelf intoom te houden en je kls niet altijd te willen leiden of in de bedoelde richting te sturen

4.     Behalen van de doelstellingen.

o   (1) MV beweging: lichaam – impressie; nemen precies en gedetailleerd waar: kleuters kunnen de filmpjes met de voeten gedetailleerd waarnemen. => De 1ste kleuterklas heeft de filmpjes heel even bekeken en later niet meer opgelet.
Kleuters kunnen de bewegingen van de voeten op de film gedetailleerd waarnemen. => Ook de 3de kleuterklas heeft niet echt op de filmpjes gelet.
o   (2) MV beweging: lichaam kunnen imiteren, meedoen met bewegingen die tijdens het vertellen van een verhaal aan bod komen en belangstellingen tonen om een beweging inspirerend gegeven nauwkeurig na te bootsen.
Kleuters kunnen na het bekijken van de filmen, op hun eigen manier bewegen. => ze hebben niet veel bewogen maar hebben meer geëxperimenteerd met hun voeten en er naar gekeken in de spiegel.
Kleuters kunnen na het bekijken van de filmen, de bewegingen imiteren en nauwkeurig na bootsen.=> zoals hier boven, de kinderen hebben meer geëxperimenteerd met hun voeten en gekeken hoe het er uitziet.
o   (3) WO nat: relaties ontdekken – kunnen relaties leggen tussen eigenschappen en levende wezens ontdekken
Kleuters kunnen beseffen dat voeten op verschillende manieren kunnen bewegen. => de 1ste kleuterklas heeft gekeken in de spiegel hoe hun voeten er uitzagen hebben er ook mee bewogen. Hebben ook in de verschillende bakjes gevoeld, ze voelde goed met hun voetjes en aan hun reactie op hun gezicht zag je dat ze het wel leuk vonden.
Kleuters kunnen beseffen dat voeten verschillend zijn, dat ze verschillende functies hebben en dat ze verschillende bewegingen kunnen uitvoeren. =>  De 3de kleuterklas bekeken elkaars voeten, trippelede, schuivende met hun voeten. Met voeten in het houtskool begonnen ze op de papieren te dansen. En pas later hadden ze door dat ze afdrukken maakte. Er was zelfs een jongen die alleen een afdruk wou van zijn teen.
o   (4) Taal: verwoorden achteraf hun handelingen, situaties in beeldtaal begrijpen, interpreteren en verwoorden.
Kleuters kunnen verwoorden, wat ze gedaan hebben met hun voeten. => bij de 1ste kleuterklas kwam er niet veel reactie, ze spraken niet zo veel. Je zag wel aan hun gezicht dat ze leuk vonden.
Kleuters kunnen hun eigen ervaringen verwoorden en delen met elkaar. => ze vertelde heel veel, zoals hun voeten dat zwart werden, het water dat zwart word. Ze voelde bij elkaar aan hun voeten en vertelde er over. Ook communiceerde ze heel goed met elkaar.

5.     Verdiepen van station

1ste KK: Hier moeten we meer voelplaten leggen, want dit vonden ze heel leuk. Ze ook proberen de volgende keer meer te motiveren met het houtskool en zwarte voetjes. Meer variatie in het water zoals sponsjes, eendjes,…. De bloementjes mogen weg en de boekjes ook want ze vonden dit niet zo leuk en hebben er ook niet naar gekeken. De filmpjes de volgende keer op de hoogte van de kleuters brengen. En ook lager stoeltjes gebruiken want ze konden niet zitten aan de waterbakjes.
3de KK: Er moet niks weg. Bij het water mag er zoals bij de 1ste KK meer variatie, iets met kleur in het water of verzorgende dingen. De kleuters vonden het allemaal heel leuk.

6.     Documenteren

Katleen 1ste KK: Het verliep eigenlijk helemaal anders dan gedacht. Ik dacht dat het veel gemakkelijker ging gaan om alles vast te leggen. Want ik werd regelmatig af geleid door wat de kinderen deden, waardoor ik niet meer aan het kijken was wat ik aan het filmen was. Daarnaast vond ik het ook moeilijk om niet te mogen ingrijpen. Je ziet zoveel gebeuren en wilt dan graag mee stimuleren maar dit kan niet omdat je aan het filmen bent. Tot slot heb ik ook gemerkt dat sommige kleuters zeer geïntimideerd werden door het feit dat ze gefilmd werden. Want soms waren ze heel betrokken bezig, en toen ze zagen dat ik filmde, werden ze stil en deden ze niets meer.
Hieruit heb ik geleerd dat je de film ergens zou moeten kunnen zetten zodat de kleuters je niet zien. En daarnaast moet je er ook bewust van zijn dat je niet zo goed kan begeleiden als je aan het filmen bent, tenzij je werkt met een statief.
Alexandra 3de KK: Ik had in het begin wat moeite omdat ik zo niet meteen wist wat ik nu net moest filmen. Zelf vond ik het voor de kinderen ook lastig omdat ik zo op hen zat te kijken maar zij hadden hier geen last van. Omdat we verschillende soorten kleinere hoekjes hadden was het soms denken 'waar moet ik nu filmen?'
Ik heb naarmate ik bezig was vooral gekeken naar de kinderen en me vooral gefocust op wat ze deden met hun voeten omdat dit dan ook te maken had met onze hoek.
Ik heb eruit geleerd dat je vooral de handelingen van de kinderen moet filmen en niet de kinderen zelf. Ik heb daarom dan ook me gefocust op de voeten van hen en op de bewegingen die ermee maakten. In het begin focuste ik me enkel op de kinderen en niet op wat ze deden maar dit moet niet. Ik had wel moeite ermee om de kinderen los te laten en niet zelf te beginnen babbelen.

7.     Meubelgebruik

We hebben niet zo echt gebruik gemaakt van het meubilair omdat we het ook niet nodig hadden. De kinderen moesten vooral voelen met hun voeten in verschillende bakjes met materiaal in, afdrukken maken met hun voeten. Voelen aan de voelplaten die op de mat lagen. Ook konden ze naar de filmpjes kijken vanop de mat. We hebben alleen gebruik gemaakt van de stoeltjes (krukken). Om al zittend hun voetjes in het voetbad te steken.

8.     Prikkels, erover nadenken.

In de 3de KK waren de prikkels overbodig. Op een gegeven moment dachten we dat we ze gingen nodig hebben (voelplaten), we hebben ze dan ook effectief op de grond gelegd, maar dan plots hadden ze iets anders gevonden om te doen met het houtskool en dan van de ene emmer naar de andere emmer te stappen om dan over te gaan in het voetbadje en dat vonden ze veel interessanter dan de voelplaten.
De 1ste KK heeft wel gebruik gemaakt van de voelplaten.
Als prikkels hadden we ook stiften klaargezet zodat ze hun voeten konden overtekenen maar dit was ook volledig overbodig. In de hoek waar ze een voetbadje konden nemen lagen ook bloemen klaar indien het nodig zou zijn (prikkel) maar deze hebben we ook niet moeten toevoegen.
Het is beter veel prikkels te voorzien indien je ze zou nodig hebben dan te weinig. Conclusie is: biedt niet te snel prikkels aan, indien het spel echt plat ligt of zo goed als plat, kan je je prikkels aanbieden. Wie weet komen ze nog tot spel enkele seconden later, zoals is gebeurd.
 

 
3 INSPIRATIEBRONNEN
 

1.Zinnema
Zinnema is eigenlijk een cultuurcentrum (Veeweidestraat 24) in Anderlecht. Het gaat over verschillende aspecten van de muzische ontwikkeling van het kind.
In de zinnema worden voorstellingen gedaan voor kinderen. Het is altijd leuk om met je kind naar een toneelstuk te gaan kijken. Ook worden er workshops gehouden op kindermaat.
2.Het kindermuseum
Het kindermuseum is een museum met leerrijke toets. De kinderen lopen vrij in het museum en kunnen hun zintuigen de vrije loop laten gaan. Er is voor elk wat wils, er zijn schilder mogelijkheden, kook-, knutsel-, vertel-, kijk-, voel-, hoor en zien mogelijkheden.
Voor een kind is dit een paradijs van prikkels en het zet hun aan tot actie!
Het kindermuseum bevindt zich (Burgemeesterstraat 15 ) in Brussel met een korte busrit ben je er al.
3. Basisschool Dertien
 
In de basisschool Dertien organiseren ze workshops voor zowel kinderen als leerkrachten. Ik heb op hun site workshops gevonden voor leerkrachten. Ze doen namelijk een workshop over sountpainting. Soundpainting is eigenlijk een soort van gebarentaal dat je kan gebruiken in je klas. Je leert universele gebaren aan zodat de kinderen weten welk geluid ze moeten maken. Zo kan je als het ware je klas componeren en kan je een muzikale activiteit nog leuker maken. Al een aantal basisbewegingen kunnen voldoen om je klas te dirigeren.
 


 4.Kijken naar activiteiten van pedagogie van het jonge kind
 
Ik heb mij geïnspireerd op het bezoek aan het eerste jaar pedagogie van het jonge kind. Zij hadden in de spiegelzaal een snoezelruimte gemaakt. Zie foto's hieronder.
Hier een wand van geluiden, wat een ontdekking voor de kinderen!!!




In deze hoek mochten de kls experimenteren met water. Wat leuk met die paraplu!

Een parcour van geluid waar de kinderen mochten onderkruipen of overstappen.

Met een overhead projector en figuurtjes in papier mochten de kinderen bewegingen maken. Zo kwamen ze tot een verhaal.


Met scheerschuim tekenen op een spiegel is ook een leuke ervaring. Het is eens wat anders dan verf op een blad! Je kan het hierna afdrukken als je de tekening wil behouden of een foto trekken.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten